Meskeren:
“Mam, zullen we gaan meskeren?”
Waarschijnlijk zul je vreemd opkijken wanneer je kind met deze vraag bij je komt.
Wat is meskeren?
Meskeren wil zeggen: Met twee handen tegelijk op een rechtopstaand bord dezelfde bewegingen uitvoeren.
Het bord waarop dit gebeurt noemen we het meskerbord.
Een van de methoden die ik gebruik om de samenwerking tussen de hersenhelften te stimuleren is het “meskeren”.
Door te meskeren worden de hersenhelften gestimuleerd om samen te werken en dat komt het leren ten goede. Kinderen die een aantal weken op het meskerbord oefenen, gaan vaak met sprongen vooruit als het om spellen, lezen en rekenen gaat.
Dyslexie en meskeren?
Het werkwoord meskeren is ontleend aan dr. P.J. Mesker, neuroloog en hoogleraar aan de universiteit van Nijmegen. In de jaren zeventig van de vorig eeuw ontdekte hij dat de leerproblemen van veel kinderen te maken hadden met het niet goed samenwerken van de linker- en rechterhersenhelft. Om deze samenwerking te bevorderen bedacht hij het zogenoemde meskerbord.
Mesker adviseerde om vier- en vijfjarige kinderen veel met twee handen te laten werken. In deze leeftijdsfase ontwikkelt zich namelijk de symmetrische motoriek bij kinderen. Veel dyslectische kinderen, kinderen met een visuele disfunctie of kinderen die in beelden denken hebben deze fase niet goed doorlopen.
Door met twee handen tegelijk dezelfde bewegingen uit te voeren, wordt de samenwerking tussen de hersengebieden gestimuleerd en bevorderd. Vooral de hersenbalk wordt op deze manier aan het werk gezet. Hierdoor ‘rijpen’ bepaalde verbindingen die nodig zijn om te leren lezen en worden ze geactiveerd.
Braingym:
Bewegen is goed voor lichaam én brein!
Braingym biedt een programma met bewegingsoefeningen, waarbij de samenwerking tussen de linker- en rechter hersenhelft gestimuleerd wordt en er voor zorgt dat leren makkelijker gaat. Deze oefeningen pas ik vrijwel in elke remedial teaching les toe, afhankelijk van de specifieke behoeften van het kind.
Waar komt het vandaan? Vanaf onze geboorte tot en met onze kleutertijd hebben we de tijd om ons voor te bereiden om op school te leren lezen en schrijven en wat daar verder op volgt. De ontwikkeling van ons brein gaat gelijk op met de ontwikkeling van het lichaam. Onderling stimuleren zij elkaar. De kruipbeweging is hier een goed voorbeeld van. De samenwerking tussen links en rechts is een eerste vereiste om goed te kunnen leren en houdt verband met de coördinatie van het brein met de zintuigen en de rest van het lichaam (bijvoorbeeld de oog/hand-coördinatie). Als het goed is verloopt dit proces als vanzelf op een speelse en natuurlijke manier en beleven we er zelfs plezier aan.
Johansen-IAS training:
Lateralisatie is de fase in de neuro-motorische ontwikkeling waarbij de linker- of rechterhersenhelft zijn dominantie krijgt. Vanaf 6 jaar ontwikkelt zich samenwerking tussen beide handen met een zekere taakverdeling. De linker- of rechterdominantie wordt bepaald. Een verlate lateralisatie kan leerproblemen met zich meebrengen. Het aanvoelen en begrijpen van de begrippen links en rechts zijn belangrijk in het aanvankelijk lees-, schrijf- en spellingproces.
Voor bijna alle rechtshandigen en het merendeel van de linkshandigen (97 tot 98%) bevindt zich het taalcentrum in de linkerhersenhelft (linkerhemisfeer). De snelste en meest efficiënte manier voor talige informatie om in de linkerhersenhelft te komen is via het rechteroor. Dit komt door de lateralisatie in het lichaam. Prikkels vanuit de rechterhersenhelft sturen het linkerdeel van het lichaam aan en omgekeerd. Het linkeroor heeft hier een ondersteunende rol. Een onzekere dominantie of zelfs linkeroordominantie kan het leren van taal en de organisatie daarvan in de hersenen negatief beïnvloeden. Met als gevolg dat klanken binnen woorden, hele woorden of zelfs complete zinnen door elkaar gehaald kunnen worden. Dit heeft natuurlijk gevolgen voor het begrijpen van taal, maar zeker ook voor het spreken en schrijven. Een kind met een zwakke organisatie van taal zal hard moeten werken om te begrijpen wat er gezegd wordt. Vaak ontbreekt de benodigde concentratie om dit steeds te blijven doen. Dit zal dus het leervermogen beïnvloeden. Wilt u meer weten over deze therapie, klik hier: Johansen-IAS training.
Dominantie bepalen:
Voor wie is meskeren aan te bevelen?
- Kinderen die weinig of geen vorderingen maken met lezen/ of te lang op hetzelfde AVI-niveau blijven steken.
- Kinderen met een visuele disfunctie (Fixatie Disparatie).
- Voor beelddenkers.
- Kinderen met dyslexie.
- Kinderen die moeite hebben met alles waar twee handen voor nodig zijn, zoals veters strikken, jas dichtknopen, knippen, vouwen, enzovoort.
- Kinderen met een slordig en/of chaotisch handschrift.
- Kinderen die moeite hebben met spelling en dictee.
- Kinderen die moeite hebben met rekenen.